Geschreven door Jan Jaap Wuite: Tijdens mijn werk krijg ik weleens de vraag wat een bepaald schip waard is. Vaak zeg ik dan: “Hiervoor zou je kunnen kijken in het taxatierapport of op de website van Rensen-Driessen of Concordia”. Op deze site staan namelijk genoeg vergelijkbare schepen te koop. Ook staan soms schepen te koop waarvan je niet wist dat ze te koop stonden. De hoofdregel is in principe meestal dat ieder schip te koop is als de prijs maar goed is. Maar wat als die koper dan ineens op de stoep staat en een bod uitbrengt? Welke prijs zou je dan moeten hanteren en accepteren? Kan je überhaupt nu al stoppen met varen of moet je financieel gezien nog even doorvaren?
Wat is een goede prijs voor het schip?
Dat is niet eenvoudig te zeggen. Dit kan namelijk een prijs zijn boven de boekwaarde van het schip, een prijs dat boven het bedrag komt dat je nog als lening bij de bank hebt, of simpelweg een bedrag, waarvan jij vindt dat het genoeg is om je toekomst financieel veilig te stellen. Eén simpele vraag, maar met drie verschillende antwoorden. Stel nu, dat je een fabelachtig mooi bod op je schip krijgt, waar moet je dan allemaal aan denken
Boekwinst is in principe belast.
Het belangrijkste is natuurlijk, wat je aan de verkoop overhoudt. Dus verkoopprijs -/- schulden -/ belastingen. Dat je bij verkoop je uitstaande leningen bij de bank of andere schuldeisers moet aflossen staat buiten kijf. Maar, hoe zit het met de fiscus? Moet je die ook gelijk betalen? Of mag je daar nog even mee wachten…
In principe staat de verkoop van je schip gelijk aan het staken van je onderneming. Op dat moment zal je moeten afrekenen met het verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde van je schip. De stakingswinst moet in principe in het jaar van staken meegenomen worden in de aangifte.
Bij een eenmanszaak of V.O.F. wordt de stakingswinst direct in de heffing betrokken. Verkoop aan het einde van het jaar kan fiscaal extra nadelig zijn, omdat dan naast de gewone jaarwinst in dat jaar ook nog eens de stakingswinst wordt belast.
Kan je dit voorkomen?
Hiervoor zijn een paar opties. Je kunt bijvoorbeeld de stakingswinst “parkeren” in een herinvesteringsreserve. Dit is echter alleen mogelijk, wanneer er een herinvesteringsvoornemen bestaat. Op het moment van staking moet je dus het plan hebben om je onderneming voort te zetten. Heb je dit, dan kun je de stakingswinst nog maximaal 3 jaren vooruitschuiven. Dit kan soms al een aanzienlijk belasting voordeel opleveren.
Een andere mogelijkheid is het afstorten van de stakingswinst in een stakingslijfrente, dan kan de winst op een later tijdstip, tegen een meestal lager tarief, in meerdere jaren tot uitkering komen.
Wanneer het verkooptraject iets langer duurt zijn er nog meer mogelijkheden om belasting te besparen. Bijvoorbeeld het inbrengen van je onderneming in een B.V. of het aangaan van een V.O.F. met je partner of een zoon/dochter. Aan beide varianten zitten haken en ogen en soms is het niet meer mogelijk om dit zonder heffing voor elkaar te krijgen. Heb je nog iets meer tijd, dan is het zeker de moeite en het overwegen waard. De B.V. levert in eerste instantie een grote besparing op, omdat de stakingswinst slechts tegen een tarief van 16,5% wordt belast. Een V.O.F. heeft het voordeel dat winst verdeeld kan worden over meerdere personen. Fiscaal gezien is delen altijd gunstiger dan alles bij één persoon belasten.
Het is dus altijd goed om ook op momenten, dat je nog helemaal niet aan verkoop denkt, het bovenstaande toch te bespreken. Ik vind het altijd jammer als ik een klant tegenkom, waarbij het al 5 voor 12 is, en er fiscaal gezien niet veel meer mogelijk is.
Stip aan de horizon
Omdat je nooit weet wanneer de koper voor de deur staat, is het goed om de verschillende scenario’s al in een eerdere fase te bespreken. Deze gesprekken zijn meestal heel verhelderend en kunnen ook andere adviesvragen op roepen. Bespreek de opties daarom ook eens tijdens de normale bespreking van de jaarrekening, zodat je goed voorbereid bent op toekomstige veranderingen.
Ik ben graag bereid samen met u de stip aan de horizon te bepalen en de fiscale gevolgen in kaart te brengen.