Voor de bouw is er de uitdaging om de capaciteit
te blijven leveren om kansen als verduurzaming en digitalisering concreet in te vullen. Dat is in deze tijd, met alle andere uitdagingen die er zijn, extra lastig. De krapte op de arbeidsmarkt is groot en neemt alleen maar toe.
“De opdracht aan de bouw is om het efficiënter en slimmer te gaan doen”, aldus Van der Doelen. “Dit betekent meer industrialiseren en digitaliseren, meer standaardiseren. Dat snapt de branche zelf ook erg goed, maar je hebt het niet zomaar voor elkaar. De bouw is nog steeds een overwegend ambachtelijke sector, dus er
moet heel veel gebeuren.”
Digitalisering zorgt voor een productiviteitssprong en is dus cruciaal voor de technieksector.
“Ondernemers nemen veel initiatieven om mensen aan te trekken”, zegt Van Engelen. “Zo komen er steeds meer bedrijfsscholen, werken bedrijven steeds nauwer samen met het techniekonderwijs en bieden mbo-certificaten zij-instromers de mogelijkheid om sneller in te stromen.” Van der Doelen ziet ook dat de aanwas vanuit opleidingen op stoom lijkt te komen, maar verwacht dat dit niet zal kunnen voorzien in de groeiende behoefte. Zeker met de forse vergrijzing in aantocht. “De bouw zal daarom moeten inzetten op het zo veel mogelijk behouden van personeel, door te binden, boeien, investeren en op te leiden. En tegelijkertijd op het verbeteren van de arbeidsproductiviteit.”
Wellicht zit het probleem voor de bouw straks niet meer alleen aan de aanbodzijde, met een tekort aan personeel. Misschien gaat uiteindelijk ook de vraag een moeilijkheid worden, aldus Van der Doelen. “Het vertrouwen van consumenten en ondernemers neemt af en de koopkracht komt onder druk te staan. Bovendien moeten bedrijven in de komende jaren heel veel coronas- teun terugbetalen. Wat gaat dit alles doen met de leencapaciteit en het aantal faillissementen?
De onzekerheid is groot en dus is het moeilijk te voorspellen.”