Blog: Toveren met lijfrente en Fiscale oudedagsreserve, over de pensioenmogelijkheden voor ondernemers

Geschreven door Jan Jaap Wuite: Denkt u wel eens na over u pensioen? Wat heeft u geregeld? Heeft u al eens op mijnpensioenoverzicht.nl gekeken?

 

Voor de meeste ondernemers is de onderneming hun pensioen. Op het moment van verkoop van het schip zou genoeg geld over moeten blijven om in de pensioenwens te voorzien.

 

Een ondernemer heeft daarnaast eigenlijk maar twee mogelijkheden om jaarlijks een pensioenvermogen op te bouwen.
1) Lijfrentepremie
2) Dotatie aan de fiscale oudedagsreserve

Maar welke van deze twee mogelijkheden is het beste en wat zijn de overeenkomsten

 

 

Overeenkomsten

In beide gevallen is de maximale jaarlijkse dotatie afhankelijk van de winst, die in het voorgaande jaar is behaald. Op basis van deze winst wordt de jaarruimte berekend. Dit is het bedrag dat maximaal mag worden afgetrokken in de aangifte inkomstenbelasting.

 

 

 

Verschillen

Het belangrijkste verschil tussen beide regelingen is dat de lijfrentepremie ook daadwerkelijk moet worden afgestort bij een bank of verzekeraar. Dit gebeurt de laatste jaren meestal via een bankspaarrekening. Het voordeel hiervan is dat het geld ook daadwerkelijk al opzij is gezet en in principe pas na staking van de onderneming kan worden opgenomen (of bij het bereiken van een bepaalde leeftijd).

 

De fiscale oudedagsreserve is daarentegen een fiscaal potje dat onderdeel is van het ondernemingsvermogen op de fiscale balans. Voordeel hiervan is dat de jaarlijkse reservering in tegenstelling tot de lijfrentepremieaftrek nog beschikbaar blijft in de eigen onderneming. Maar dit is tegelijkertijd ook het grootste nadeel. De kans bestaat dat het ondernemingsvermogen negatief wordt of dat bij het staken van de onderneming niet genoeg geld overblijft om de opgebouwde reserve af te storten op een bankspaarrekening. De ondernemer wordt dan geconfronteerd met een fiscale claim terwijl er niet genoeg geld meer is om deze claim te voldoen.

 

 

Wanneer kiezen voor lijfrente of FOR?

Dit is deels afhankelijk van de liquiditeit in de onderneming. Wanneer de premies gemakkelijk betaald kunnen worden kan gekozen worden voor banksparen, het rendement wordt dan bepaald door de bank of verzekeraar. Ben je bijvoorbeeld startende ondernemer en wil je de liquiditeit liever gebruiken voor onderhoud van je schip dan kan je beter kiezen voor dotatie aan de FOR.

 

Een DGA kan geen gebruik maken van de fiscale oudedagsreserve want hiervoor moet je voldoen aan het urencriterium (1.225 uren in onderneming). De DGA is dus aangewezen op de lijfrenteaftrek.

 

Ondernemers met een eenmanszaak of V.o.f. die voldoen aan het urencriterium kunnen wel gebruik maken van de FOR. Met name het feit dat de FOR een interne reservering is die bij staking van de onderneming afgerekend moet worden maakt de regeling onder sommige adviseurs niet zo populair. Dit is onterecht want zolang de ondernemer zich maar bewust is van deze risico’s biedt ook de FOR mooie mogelijkheden voor belastingbesparing.

 

Maar hoe zit het dan met het toveren?

Bij een winst van € 40.000 betaalt een ondernemer 37% inkomstenbelasting, een aftrekpost levert dan in principe ook maar maximaal 37% belastingvoordeel op.
Doordat de lijfrentepremieaftrek of FOR-dotatie de belastbare winst verlaagd werkt dit ook door in de heffingskortingen. Hierdoor levert de FOR-dotatie of lijfrentepremieaftrek een belastingbesparing van 47% op! Een voordeel van 10%.


Dit voordeel kan nog groter worden wanneer de FOR na een paar jaar wordt omgezet in banksparen.

Hoe dit allemaal kan leg ik in mijn volgende koers-moment op donderdag 9 december uit. Ik behandel dan ook het onderwerp financiële planning voor ondernemers.

 

Tot dan!